Preventiewerk: waar begin je eigenlijk?

Geplaatst in: Geen categorie | 0

Preventiewerk: ‘waar begin je eigenlijk?’

Foto: Matthias Ripp (Flickr Creative Commons)

Sociaal werkers in Heerenveen ontwikkelden samen een preventieve aanpak om te voorkomen dat bewoners onnodig in de zorg of hulpverlening belanden. Maar waar begin je dan eigenlijk? Daniël Pit vertelt over de weerbarstige praktijk.

Het is een dinsdagmiddag in het najaar van 2016. Samen met een aantal sociaal werkers zit ik ergens in een wijkcentrum in Heerenveen. De sociaal werkers zijn onderdeel van het netwerkteam dat zich sinds kort bezighoudt met preventie. De afgelopen tijd hebben ze elkaar leren kennen en een analyse gemaakt van hun werkgebied. Vandaag schuiven wat onrustig op hun stoel want het is tijd voor een moeilijke vervolgstap.

In de gemeente Heerenveen wordt door zes zogenaamde netwerkteams gewerkt aan een preventieve aanpak die moet voorkomen dat mensen onnodig in de zorg of hulpverlening belanden als gevolg van een slechte gezondheid of geldgebrek. De bedoeling is dat al ingegrepen wordt als de problemen dreigen te ontstaan. De teams, die bestaan uit een opbouwwerker, een vrijwilligersondersteuner, een jeugdverpleegkundige (GGD), een jongerenwerker en een hulpverlener, hebben opdracht gekregen om een samenhangende preventieve aanpak te bedenken en deze uit te voeren. Het is mijn taak om het proces te begeleiden.

Kiezen van prioriteiten: ‘Het is allemaal zo belangrijk!’

Een preventieve aanpak ontwikkelen met verschillende professionals is niet makkelijk. Integendeel. Er zijn een aantal stappen die het team in de juiste volgorde moet zetten. Nu de teamleden een helder beeld hebben van wat er speelt in Heerenveen is het die middag tijd voor de volgende, moeilijke stap. Dat is namelijk het maken van een lijst met zowel aanknopingspunten als prioriteiten voor de uitvoering van een preventieve aanpak. Het is de eerste keer dat ze in teamverband aan preventie werken en dat valt nog niet mee. Het grootste dilemma? Als je prioriteit geeft aan het één krijgt het ander minder aandacht. En het is allemáál zo belangrijk!

‘Hoe moeten we nu in hemelsnaam kiezen!’ roept de opbouwwerker. Ik opper dat ze op basis van de gebiedsanalyse alle aanknopingspunten op een rij kunnen zetten. ‘Om jezelf op weg te helpen kan je daar vragen bij stellen zoals: wat vindt jullie doelgroep belangrijk? Waar kun je nu al mee beginnen? Wat sluit aan op de talenten en mogelijkheden van mensen uit jullie netwerk in de wijk? Als je ze dan later op volgorde van belangrijkheid zet, tekenen de prioriteiten zich vanzelf af.’

Samen voor een gezonder dorp

Uiteindelijk kiest het team om prioriteit te geven aan het thema gezondheid. Uit signalen van de huisarts, bewoners en de jeugdverpleegkundigen blijkt namelijk dat er sprake is van bovengemiddeld veel overgewicht, drugs- en drankgebruik.

Daartegenover staat dat het dorp in kwestie veel organiseert voor ouderen, begaan is met kinderen en bovendien een rijk verenigingsleven kent. Er zijn veel mensen in het dorp die de problemen ook zien en er iets aan willen doen, maar niet goed weten wat. Het team ziet kansen om de krachten van het dorp aan te spreken om in ieder geval de signalen te delen en na te denken over het voorkomen van gezondheidsproblemen. Het dorp is volgens de teamleden goed in staat haar eigen problemen op te lossen.

‘Jullie gaan toch zeker geen folders uitdelen aan dikke mensen?’

In een volgende bijeenkomst wordt het thema besproken. Voor de gelegenheid is de wethouder aangeschoven. Hij belooft plechtig zich afzijdig te houden in de gesprekken en enkel als toehoorder aan tafel te zitten.

De jongerenwerker trapt af: ‘Is gezondheid niet een te groot thema? Zouden we het niet uit elkaar moeten halen om het behapbaar te maken? Ik ben zo bang dat we erin verzanden. Misschien kunnen we onderscheid maken in doelgroepen en onderwerpen waar we preventief iets kunnen betekenen.’ De jeugdverpleegkundige knikt, ‘wij praten al met kinderen van tien jaar oud over de negatieve gevolgen van roken. Als het om roken gaat is dat een hele bewuste keuze om zo jong te beginnen met voorlichting.’

De opbouwwerker doet ook een duit in het zakje: ‘hoe zorgen we ervoor dat we blijven aansluiten bij de mensen in het dorp? Zij hebben zelf ook een mening over dit onderwerp, er is zelfs een apart hoofdstuk over gezondheid in de dorpsvisie. Daarnaast geloof ik niet dat je mensen met een opgeheven vinger kan vertellen dat ze gezonder moeten leven. ’De wethouder veert op. ‘Dat vind ik nu ook! Iedereen heeft recht op zijn eigen overgewicht, en dan nog eens iets… jullie gaan toch zeker geen folders uitdelen aan dikke mensen?’

Wat dan wel?

Dat je geen voorlichtingsfolders moet geven aan dikke mensen daar is iedereen het over eens.
Maar wat moet je dan wel doen als je wilt voorkomen dat mensen gezondheidsproblemen krijgen? Ik probeer het gesprek samen te vatten: het thema gezondheid moet dus worden opgedeeld, door de verschillende doelgroepen en onderwerpen te onderscheiden. Zo houden we overzicht en verzanden we niet in het onderwerp. Daarnaast moeten we niet vergeten dat er al veel gebeurt in het kader van preventie. Bijvoorbeeld de preventieve aanpak tegen roken op basisscholen. En het allerbelangrijkste: een succesvolle aanpak begint en eindigt bij de mensen waar het om draait, een eenzijdige en belerende aanpak is gedoemd te mislukken.

Aan het einde van de bijeenkomst spreken de teamleden af dat de opbouwwerker gaat praten met de auteurs van de dorpsvisie, anderen zoeken uit wat er al gebeurt in het dorp op het gebied van gezondheidspreventie en welke dorpsbewoners zich daar mee bezighouden. Op die manier krijgt het team gevoel met het onderwerp en de manier waarop dit leeft in hun werkgebied. Wordt vervolgd dus.

Daniël Pit begeleidt netwerkteams die in Heerenveen een preventieve aanpak ontwikkelen. Hij schrijft het komend half jaar over de ontwikkeling van het preventiewerk en neemt ons mee in de dilemma’s, kansen, successen en missers van de teams én van hemzelf.

Dit stuk verscheen eerder op www.buurtwijs.nl