Geef niet op!

Geplaatst in: Geen categorie | 0

In veel wijkteams ontstaat lucht en ruimte. De continuïteit van de hulpverlening is na één januari veiliggesteld. Teamleden hebben elkaar leren kennen en de nieuwe werkwijzen verworden langszaam tot routine. Lucht en ruimte bieden de mogelijkheid om na te denken, te reflecteren en voorzichtig weer naar de toekomst te kijken. Dat levert mooie dromen op maar evenzogoed zorgen over de toekomst.

Onlangs stond ik voor zo’n wijkteam dat zich in deze fase bevond. Ik gaf een training over opbouwwerk en wilde graag weten hoe er werd samengewerkt in het team en wat de teamleden van elkaar konden verwachten. Er volgde een zeer verhit gesprek over de gevolgen van het ‘generalistisch werken’. Een aantal teamleden voelde zich uiteengetrokken, aan de ene kant vroeg acute hulpverlening alle aandacht en aan de andere kant werd er ook nog ‘presentie’ in de lokale samenleving verwacht.

Dit gesprek raakte mij op twee manieren. Aan de ene kant zag ik tranen die voortkwamen uit passionele betrokkenheid maar aan de andere kant zag ik ook cynisme op de loer liggen. Het gevoel dat het allemaal geen zin meer heeft, dat je geen invloed meer kan uitoefenen op je eigen vak. Cynisme is als vergif voor goede hulp- en dienstverlening.

Hoewel ik chagrijn voortvloeiend uit falend beleid, slechte planning of pover management kan begrijpen mag dit nooit afstralen op je doelgroep. Daarom zou ik tegen alle hulpverleners en welzijnswerkers willen zeggen: geef niet op. We zitten allemaal wel eens stuk, we balen allemaal wel eens van tijdstekort of van die ene waardeloze directeur maar geef niet op. Waarom niet? Omdat het uitmaakt wat je doet.

Het maakt uit dat je toch nog even om vijf voor vijf die ene moeder opbelt om te vragen hoe het gaat, het maakt uit dat je tijd neemt om het gepeste jongetje een compliment te geven en het maakt uit dat je tegen de regels in gewoon nog een keer op huisbezoek komt.

Laat je niet door anderen vertellen hoe je je vak moet uitoefenen. Jij kent de mensen waarvoor je werkt en weet wat er leeft. Volg je hart en blijf vertellen waarom je doet wat je doet, vertel de verhalen die je tegenkomt en zelfs de meest stugge beleidsambtenaar en manager zal inzien dat het ook anders kan.